Rede uitgesproken door Hendrik Boland bij uitreiking erepenning van de Enkhuizer Zeevaartschool.

Dames en heren,

Uit klei en zoutwater Ook in mijn lessen op de zeevaartschool heb ik verteld over het boek van Maarten Toonder senior met de titel Uit klei en zoutwater.. Maarten Toonder senior, niet te verwarren met junior, die de stripboeken over de bekende heer Bommel en zijn jonge vriend heeft geschreven, is vanaf de klei grond van Groningen naar Rotterdam gelopen om zijn zeevaart carrière te beginnen, vandaar de titel Uit klei en zoutwater.

 Na een aantal jaren voor de mast te hebben gevaren is hij begonnen aan zijn stuurmansopleiding en uiteindelijk besloot hij om als een van de allerlaatste kandidaten ook het examen Zeilvaart af te leggen. De avond voor zijn examen ging hij naar een zeemanskroeg en kwam hij in gesprek met een bootsman die nog gezeild had. De bootsman vroeg hem bij wijze van voorbereiding hoe hij met een Bark de overstag manoeuvre zou doen. Maarten vertelde hoe hij de wachten zou porren, de schoten en brassen zou bemannen en het commando ‘ree’ zou geven. Er zitten hier kandidaten in de zaal die dat allemaal beter kunnen uitleggen dan ik. Toen Maarten bij het eind van zijn manoeuvre kwam zei hij dat het laatste commando was ‘bezaan schoot aan’. Dat is allemaal goed zei de bootsman, maar wat als allerlaatste? Dat is de man een oorlam!

 De volgende dag tijdens het examen voor een college van oud-Zeilvaart-kapiteins kreeg Maarten als laatste vraag hoe hij met een bark overstag zou gaan. Hij herhaalde alles zoals hij had geleerd op school en zoals hij de vorige avond had verteld. Hij eindigde weer met bezaan-schoot-aan. De oudste examinator keek hem doordringend aan en vroeg: En dan? Even aarzelde Maarten en toen waagde hij het erop: De man een oorlam! Meneer u bent geslaagd voor uw examen grote Zeilvaart!

 Prachtig verhaal, niet? Aan het eind van het boek bekend Maarten senior, die zelf een voorbeeld was van ijzeren mannen op houten schepen, hoe moeilijk hij het had met zijn zoon, die poppetjes tekende en verhaaltjes schreef. Totdat hij zijn eigen boek ging schrijven en ontzettende waardering kreeg voor een vak zo vreemd aan zijn eigen metier.

 Nadien is het examen Zeilvaart verdwenen uit de wet, maar alweer dertig jaar geleden is het weer teruggekomen door de inzet van onze branche en kunnen ook vandaag weer diploma’s kleine en grote Zeilvaart worden uitgereikt. Sinds 1987 is door heel veel organisaties gebouwd aan de zeilende handelsvaart. Natuurlijk door de Enkhuizer Zeevaartschool, die de opleidingen verzorgd en daarmee de basis legt voor een bedrijfstak met een prachtige staat van dienst.

En zeker ook de BBZ, de vereniging voor beroepschartervaart, die op een uitgebreide schaal de belangen van alle varenden dient en de professionaliteit van de chartervaart op een hoog niveau brengt. Als ik kort reclame mag maken: Wordt lid van BBZ en samen sta je sterk. Als derde poot Register Holland, het keuringsbureau voor onze schepen dat het op dit moment zo moeilijk heeft met alle regels. Tenslotte hebben vanuit de erfgoed kant de FVEN, Federatie Varend Erfgoed Nederland en EMH, European Maritime Heritage hun steentje bijgedragen.

 Naast deze onmisbare instituten is de branche natuurlijk gevormd door de inzet van heel veel personen, waarvan elk jaar iemand door de Enkhuizer Zeevaartschool extra in het zonnetje wordt gezet door hem of haar te eren met de Erepenning van verdienste voor de zeilende handelsvaart. Volstrekt willekeurig noem ik er een paar: Wim de Bruyn, Fris Goldschmeding, Monique Touw, Eddy van Hyum, kapiteins van Gouden Leeuw, Henk Wever, kapitein van Tres Hombres, Jan Dijkstra, Thedo Fruithof en Gert Loomeijer. Maar eigenlijk dragen alle bemanningen, stuurlieden en kapiteins bij aan het succes van de zeilende handelsvaart en u, als examinandi, kunt en moet als ambassadeurs daaraan ook in de toekomst blijven bijdragen.

 Wij hebben een prachtige branche, gebouwd op een rijke traditie waarvan het verhaal van Maarten Toonder een voorbeeld is. Door te blijven varen met onze schepen kunnen we ook dat verhaal blijven vertellen en de kennis en kunde van de zeilvaart, zoals u die op de EZS geleerd hebt, behouden en aan volgende generaties doorgeven. Het immaterieel erfgoed, of (in het Engels) the intangible heritage, is een speerpunt binnen monumenten land en voor UNESCO. Onze branche kan dat nog veel beter uitbuiten zolang we ons er maar van bewust blijven en het verhaal van de zeilvaart uitdragen.

 Daarnaast kunnen nog andere kansen worden benut, bijvoorbeeld door veel meer in te zetten op de milieuvriendelijke aspecten van onze vloot en de CO2 reductie door te zeilen, zoals Tres Hombres dagelijks laat zien. En de enorme kansen van educatie en opvoeding door het varen en samenwerken aan boord, zoals School at Sea laat zien en eigenlijk aan boord van elk schip dagelijks gebeurt.

 Eigenlijk is de Zeilvaart een prachtig verhaal, net als Uit klei en zoutwater, met heel veel kansen. Maar tegelijkertijd is het een verhaal van veel tegenwind en harde strijd. En net als Maarten Toonder hebben wij, de zeebonken en de mannen van de lange deining, niet altijd begrip en respect voor andere mensen in wat ons betreft wat rare vakken, zoals dagelijks vergaderen, terwijl die mensen toch heel erg belangrijk kunnen zijn voor de Zeilvaart.

 Daarom is het mij een grote eer en een groot genoegen om vandaag de Erepenning van verdienste namens de Enkhuizer Zeevaartschool te mogen uitreiken aan twee dames, beide afkomstig uit de klei in het noorden van ons land en met zout water in hun bloed. Twee personen die als ijzeren dames in de houten bankjes van het hoogste orgaan van ons land heel veel vergaderen en daarbij hun gloeiende best voor ons doen. Zo hebben zij onlangs een motie ingediend om de minister op te dragen de keuringen van de zeegaande zeilende handelsschepen weer in eigen hand te nemen en daarmee de continuïteit van de Zeilvaart zeker te stellen. En daarmee hebben zij zich gemengd in de internationale discussie tussen Denemarken en Nederland over het vrije verkeer van zeilende passagiersschepen binnen Europa!

 Ook hebben zij er toe bijgedragen dat bij de behandeling van de Erfgoedwet er een motie is ingediend om het mobiele erfgoed, waaronder alle schepen, die aandacht te geven die het verdiend. In de Erfgoedwet wordt geregeld wat er behouden moet blijven en vervolgens zal er veel in de Omgevingswet worden geregeld over hoe het behouden kan blijven. Op grond van de motie moet de regering nu vooral de spanning tussen behoud van erfgoed en regels voor moderne scheepvaart helpen oplossen. Afgelopen oktober heeft de FVEN aan de beide dames aan boord van de Moeke Zorn ten behoeve van het rondetafel gesprek binnenvaart een pleitnota met ‘behoeften varend erfgoed’ aangeboden, waarin alle noden van het varend erfgoed zijn verwoord.

Door hun inzet voor zowel de traditie als ook de toekomst van de zeilende handelsvaart staat die politiek op de kaart en wordt er in het kabinet over gesproken.

En zij hebben, door open te staan voor het eerlijke verhaal, de branche uitgedaagd om ook de politiek aan te spreken. Een les die wij niet moeten vergeten: de politiek is er ook voor ons, ook al lijkt het ver weg van zeilen en zout water.

 Dames en heren, ik laat u niet verder in spanning en noem graag de namen van de helaas onlangs afgetreden Tweede Kamerleden, die dit jaar de erepenning krijgen toegekend, mevrouw Lutz Jacobi, hier aanwezig, en mevrouw Betty de Boer, die helaas vanwege privé omstandigheden niet aanwezig kan zijn.

Lutz Jacobi heeft vanaf 2006 tot maart jongstleden in de Tweede Kamer gezeten voor de Partij van de Arbeid, waar zij naast andere aandachtsgebieden zich ook bezig hield met recreatie en de Waddenzee. In 2009 was zij volgens Natuurmonumenten de groenste politicus van het jaar en onlangs ontving zij van de BBZ de nagelbank en korvijnagel, ook toen samen met Betty de Boer, voor hun inzet voor de beroepszeilvaart

 Betty de Boer heeft vanaf 2010 tot maart jongstleden in de Tweede Kamer gezeten voor de VVD en was onder andere woordvoerdster zee- en binnenvaart. Zij is zelf als schipper woonachtig op een varend historisch schip in Groningen en kent dus als geen ander beide werelden.

 Mevrouw Jacobi en mevrouw de Boer. U hoort straks bij het illustere gezelschap van ontvangers van de erepenning van verdienste. Namens de EZS en de gehele branche dank ik u voor alles wat u tot nu toe heeft gedaan. Maar, noblesse oblige, ondanks uw vertrek uit de Tweede Kamer vertrouwen wij erop dat u door zult gaan met uw inzet voor de Zeilvaart en uw opvolgers in de Kamer enthousiast zult maken om uw werk over te nemen en voort te zetten.

 En dan nodig ik u nu uit naar voren te komen om de erepenning van verdienste zeilende handelsvaart 2017 in ontvangst te nemen.

Geplaatst in Schepen in nood.